Het HvJ EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat bij de btw-vrijstelling bij invoer de voorwaarde wordt gesteld dat de ingevoerde goederen daadwerkelijk in een belastingentrepot worden opgeslagen. Italië mag echter niet betaling van btw bij invoer verlangen als deze al op andere wijze is voldaan.

Equoland Soc. coop. arl vermeldt in haar douaneaangifte dat ze goederen zal opslaan in het belastingentrepot. Als wordt geconstateerd dat de goederen nooit daadwerkelijk in het entrepot waren binnengebracht, onttrekt Equoland de goederen aan het entrepot en voldoet zij de btw met toepassing van de verleggingsregeling aan de belastingontvanger. De Italiaanse douane is van mening dat Equoland ook btw is verschuldigd vanwege het schenden van de voorwaarden voor uitstel van betaling van de btw bij invoer, omdat de goederen niet daadwerkelijk in het belastingentrepot waren binnengebracht. Equoland stelt dat zij de verschuldigde btw al, aan de belastingontvanger, heeft betaald. De Italiaanse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat bij de btw-vrijstelling bij invoer de voorwaarde wordt gesteld dat de ingevoerde goederen daadwerkelijk in een belastingentrepot worden opgeslagen. Het is volgens het HvJ EU wel in strijd met het EU-recht dat Italië betaling van btw bij invoer verlangt terwijl deze al is voldaan door uitreiking van een op eigen naam gestelde factuur en boeking in het register van aan- en verkopen van de belastingplichtige.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 21 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen