Nordea Bank Danmark A/S is de rechtsopvolgster van een bank (D Bank) die in 2000 samen met een Zweedse, een Finse en een Noorse bank is opgegaan in het Nordea concern. D Bank bezat tot 2000 vaste inrichtingen in de vorm van bankfilialen in Zweden, Finland en Noorwegen. De verliezen van deze banken werden in mindering gebracht op de berekeningsgrondslag van de Deense belasting. Naar aanleiding van de vorming van het Nordea concern werden deze bankfilialen gesloten. Ongeveer de helft van de medewerkers en een deel van het klantenbestand werden overgenomen door de Zweedse, de Finse en de Noorse vennootschappen van het Nordea concern. Volgens de Deense fiscus was er hierbij sprake van een gedeeltelijke vervreemding van vaste inrichtingen aan verbonden vennootschappen als bedoeld in het Deense belastingrecht. Op grond hiervan verhoogde de fiscus de berekeningsgrondslag van de belasting over 2000 met het totaal van de verliezen die in de eerdere jaren in mindering waren gebracht. Volgens Nordea Bank Danmark is deze regeling in strijd met het EU-recht. De Deense rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de Deense regeling voor naheffing van in aftrek gebrachte verliezen van in een andere lidstaat gelegen vi's in strijd is met het EU-recht. Volgens het HvJ EU mag Denemarken eerder afgetrokken verliezen namelijk niet opnieuw in de belastbare winst opnemen wanneer een Deense vennootschap een in de EU/EER gelegen vi overdraagt aan een niet-ingezeten vennootschap van hetzelfde concern.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 54
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 49
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 21 juli