Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de kantoorruimte zonder eigen toiletvoorziening niet kan worden aangemerkt als zelfstandig WOZ-object.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een kantoorpand in de gemeente Amersfoort. Een gedeelte van dit pand is verhuurd en dit gedeelte is door de gemeente afgebakend als zelfstandig WOZ-object. Van het resterende deel van het pand verhuurt X bv een deel aan drie andere bv's. Dit deel heeft geen eigen toiletvoorziening. Een ander deel staat leeg. In geschil is of het aan de drie bv's verhuurde deel moet worden aangemerkt als een zelfstandig WOZ-object.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de kantoorruimte zonder eigen toiletvoorziening niet kan worden aangemerkt als zelfstandig WOZ-object. Om aangemerkt te worden als WOZ-object moet de kantoorruimte afsluitbaar zijn maar ook beschikken over de noodzakelijke voorzieningen voor een kantoorruimte. De aanwezigheid van een eigen toiletvoorziening is daarvoor minimaal vereist, aldus het hof. Nu in dit geval een eigen toiletvoorziening ontbreekt, is de aan de drie bv's verhuurde kantoorruimte niet een WOZ-object. Daaraan doet niet af dat de gebruikers van de kantoorruimte tot 1 februari 2014 feitelijk de enige gebruikers waren van de gemeenschappelijke toiletruimte in het kantoorpand. Het gelijk is aan de heffingsambtenaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 15 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen