Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de berekening van het belastbare inkomen heeft gebaseerd op de kasopstelling en dat die kasopstelling voldoende is onderbouwd met objectieve en verifieerbare gegevens. X maakt niet aannemelijk dat de aanslagen te hoog zijn vastgesteld.

Uit een strafrechtelijk onderzoek blijkt dat X is betrokken bij het telen en verkopen van softdrugs. Volgens de inspecteur heeft X ROW genoten uit deze activiteiten. Hij legt daarom IB-(navorderings)aanslagen op aan X waarbij rekening wordt gehouden met de inkomsten uit deze activiteiten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. Volgens de rechtbank heeft X namelijk niet de vereiste IB-aangiften gedaan voor de jaren 2008 - 2012. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de inspecteur de berekening van het belastbare inkomen heeft gebaseerd op de kasopstelling en dat die kasopstelling voldoende is onderbouwd met objectieve en verifieerbare gegevens. De rechtbank acht de schatting van de inspecteur dan ook alleszins redelijk. Een uitzondering geldt voor een transactie uit 2012 met betrekking tot een schilderij. X heeft het schilderij in 2012 verkocht. De inspecteur heeft deze inkomsten ten onrechte aan 2008 toegerekend. Dat X, zonder onderbouwing, betwist dat hij inkomsten heeft genoten uit hennepteelt of een andere nader te noemen bron, acht de rechtbank niet van belang. X maakt niet aannemelijk dat de aanslagen te hoog zijn vastgesteld. De rechtbank vermindert de IB-aanslag 2012.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 10 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen