Belanghebbende, X, woont in 2008 samen met haar inmiddels overleden echtgenoot en haar volwassen zoon. In haar aangifte IB 2008 brengt X voor de zoon € 2.760 aan kosten van levensonderhoud in aftrek. De zoon volgt in 2008 geen schoolopleiding of studie, geniet geen loon en trekt geen uitkering. De zoon is licht autistisch en niet in staat om anders dan gedurende een zeer korte termijn werkzaamheden te verrichten, aldus X.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt, net zoals rechtbank Gelderland, dat de inspecteur de aftrek van kosten van levensonderhoud terecht heeft geweigerd. X maakt niet aannemelijk dat haar zoon van 24 jaar in 2008 als gevolg van autisme of een andere geestes- of lichamelijke gesteldheid, buiten zijn wil niet in staat is om zelfstandig inkomsten te verwerven om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. X stelt dat haar zoon licht autistisch is, maar elk bewijs daartoe ontbreekt. Volgens het hof maakt X ook niet aannemelijk dat de zoon actief probeert betaald werk te krijgen of zich laat inschrijven als werkzoekende. Het hof oordeelt dat X zich onder de gegeven omstandigheden niet redelijkerwijs gedrongen kan voelen tot het doen van de uitgaven. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 maart