Rechtbank Gelderland ziet geen aanleiding om de kostenvergoeding voor de hoorzitting met toepassing van art. 2 lid 3 Besluit proceskosten bestuursrecht te matigen.

Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-beschikking 2014 van zijn bedrijfspand. In beroep is alleen nog in geschil de hoogte van de bezwaarkostenvergoeding.

Rechtbank Gelderland ziet geen aanleiding om de kostenvergoeding voor de hoorzitting in de bezwaarfase met toepassing van art. 2 lid 3 Besluit proceskosten bestuursrecht te matigen. Op de hoorzitting van 35 minuten zijn 36 onroerende zaken besproken van 14 cliënten van de gemachtigde. Van 13 objecten (toebehorend aan vijf belanghebbenden) is in bezwaar de WOZ-waarde verlaagd. Onder verwijzing naar de jurisprudentie is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat de vergoeding volgens het forfait (€ 1220) voor de vijf zaken gezamenlijk leidt tot een vergoeding die de in redelijkheid gemaakte kosten ver overtreft. De rechtbank ziet ook geen reden de nieuwe samenhangregeling van art. 3 lid 2 Besluit proceskosten bestuursrecht toe te passen. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verhoogt de bezwaarkostenvergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15-2

Besluit proceskosten bestuursrecht 3-2

Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 27 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen