Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht een bedrag aan inkomsten uit hennepteelt bij X in aanmerking heeft genomen.

Belanghebbende, X, huurt voor zijn onderneming een bedrijfspand bestaande uit twee verdiepingen. Op de bovenverdieping van het pand treft de politie in 2010 een hennepkwekerij aan. In geschil is of de inspecteur het inkomen van X terecht verhoogd heeft met een bedrag aan resultaat uit overige werkzaamheden, bestaande uit inkomsten uit hennepteelt.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht een bedrag aan inkomsten uit hennepteelt bij X in aanmerking heeft genomen. Hetgeen de inspecteur naar voren heeft gebracht, rechtvaardigt het vermoeden dat X inkomsten uit hennepteelt heeft genoten. Nu X deze inkomsten niet heeft opgegeven, heeft hij niet de vereiste aangifte gedaan en dient de bewijslast te worden omgekeerd en verzwaard. X heeft vervolgens niet aangetoond dat de uitspraak op bezwaar onjuist is. De schatting van de verzwegen inkomsten die de inspecteur heeft gemaakt, acht het hof niet onredelijk. Daarbij merk het hof op dat de kosten en lasten die samenhangen met de hennepkwekerij, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, gewoon aftrekbaar zijn. Het hof handhaaft ook de vergrijpboete en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 27 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen