Belanghebbende, X nv, bood tot 1 juli 2013 schadeverzekeringen aan ter dekking van het risico op schade als gevolg van verborgen gebreken bij slachtvee. X nv voert in het jaar 2012 een strategische heroriëntatie uit. Dit resulteert in de beslissing om de bestaande verzekeringsactiviteiten te beëindigen en een nieuwe vorm van dienstverlening, de Kwaliteitsregeling, te introduceren. Deelnemende slachthuizen betalen een bijdrage. X nv controleert de deelnemers periodiek op naleving van door X nv opgestelde kwaliteitsvoorschriften. Voldoet de deelnemer aan die voorschriften maar wordt zijn product desondanks ongeschikt voor menselijke consumptie verklaard, dan kan de deelnemer X nv om compensatie verzoeken. De overeenkomst tot deelname, de algemene voorwaarden en de beoordelingscriteria bepalen elk expliciet dat X nv "nimmer tot uitkering verplicht" is. X nv stopt per 1 juli 2013 met het indienen van aangiften assurantiebelasting. De inspecteur is echter van mening dat de belastingplicht niet is geëindigd. Gevolg is de in geschil zijnde naheffingsaanslag assurantiebelasting over het tijdvak september 2013. De rechtbank en het hof verklaren het (hoger) beroep van X nv ongegrond. Naar aanleiding van het beroep in cassatie van X nv heeft Advocaat-Generaal (A-G) Wattel een conclusie genomen.
Volgens de A-G bestaat er geen rechtens afdwingbare verbintenis tot uitkering door X nv en is er daarom niet sprake van een verzekeringsovereenkomst in de volgens Hoge Raad 14 februari 2014, BNB 2014/82 beslissende civielrechtelijke betekenis van art. 7:935 BW. Ook als het ontbreken van een rechtens afdwingbare verbintenis wél betwist zou zijn, laten de overeenkomst, de algemene voorwaarden en de beoordelingscriteria, die alle drie expliciet bepalen dat X nv "nimmer tot uitkering verplicht" is, volgens de A-G, geen andere conclusies toe dan dat (i) X nv niet in rechte tot uitkering gedwongen kan worden en (dus) (ii) bij faillissement van X nv de compensatieverzoeken van deelnemers niet erkend zouden worden als concurrente vorderingen. De A-G adviseert de Hoge Raad het beroep in cassatie van X nv gegrond te verklaren en de zaak zelf af te doen.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van rechtsverkeer, Verbintenissenrecht
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)