Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er alleen sprake is van discriminatie als het gemaakte onderscheid geen gerechtvaardigde doelstelling heeft of als er geen redelijke verhouding bestaat tussen de maatregel die het onderscheid maakt en het daarmee beoogde gerechtvaardigde doel.
Bij aankoop van een woning in 2021 door X (destijds 38 jaar) wordt in de akte van levering het overdrachtsbelastingtarief van 2% toegepast en daarna bij aangifte betaald. X vindt echter dat hij in aanmerking komt voor de geldende startersvrijstelling voor kopers in de leeftijdscategorie 18-35 jaar van een eerste woning. In beroep stelt X dat de vastgestelde leeftijdsgrens in strijd is met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Er is volgens X geen redelijke en objectieve rechtvaardiging voor de gestelde leeftijdscriterium. Bovendien zijn er, aldus X, ook kopers die gebruik maken deze regeling terwijl zij geen starter maar “doorstromers” zijn op de woningmarkt. Hij is echter wèl een starter en heeft vanwege aanzienlijke huurstijgingen minder eigen vermogen kunnen opbouwen. De inspecteur is van oordeel dat er geen sprake is van discriminatie.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er alleen sprake is van discriminatie als het gemaakte onderscheid geen gerechtvaardigde doelstelling heeft of als er geen redelijke verhouding bestaat tussen de maatregel die het onderscheid maakt en het daarmee beoogde gerechtvaardigde doel. Op fiscaal gebied heeft de wetgever in het algemeen een ruime beoordelingsvrijheid bij het beantwoorden van de vraag of gevallen als gelijk moeten worden beschouwd en als dit zo is, of een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat om die gevallen toch verschillend te behandelen. Met de gestelde leeftijdsgrens heeft de wetgever beoogd de positie van koopstarters op de woningmarkt te verbeteren, mede omdat uit onderzoek is gebleken dat het merendeel van de starters zich in deze leeftijdscategorie bevindt. De wetgever heeft hiermee de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid niet overschreden. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Carrousel: Carrousel