X vraagt bij de gemeente Sint-Michielsgestel een omgevingsvergunning aan voor de nieuwbouw van een winkelruimte. Later trekt hij deze aanvraag in. In geschil is of de gemeente bevoegd is leges te heffen ter zake van de aanvraag, in het licht van de legessanctie voor verouderde bestemmingsplannen. Deze legessanctie houdt in dat, wanneer een bestemmingsplan niet tijdig is vastgesteld dan wel is verlengd, voor de gemeente de bevoegdheid vervalt ‘tot het invorderen van rechten ter zake van na dat tijdstip door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan'. Niet in geschil is dat de gemeente niet tijdig een nieuw bestemmingsplan heeft vastgesteld of het oude heeft verlengd.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gehele legesaanslag van X wordt getroffen door de legessanctie van art. 3.1 lid 4 Wro. Dit zou wellicht anders kunnen zijn indien sommige van de van de behandeling van de aanvraag deel uitmakende door of vanwege de gemeente verrichte werkzaamheden in de tarieventabel als afzonderlijk belastbare diensten waren aangewezen, maar daarvan is hier geen sprake. Er is in dit geval slechts één belastbaar feit waarvoor één tarief in rekening gebracht kan worden, dat is opgebouwd uit verschillende (samenhangende) onderdelen.
De rechtbank vernietigt de gehele legesaanslag.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 15 januari