Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het legesverbod uit de WRO voor verouderde bestemmingsplannen tevens betrekking heeft op de heffing van leges.

X is het niet eens met een aanslag leges omgevingsvergunning. X stelt dat in het geheel geen leges geheven mogen worden, omdat de aanvraag van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een perceel waarvan het bestemmingsplan ouder is dan tien jaar.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het legesverbod uit de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) voor verouderde bestemmingsplannen tevens betrekking heeft op de heffing van leges. De rechtbank veronderstelt dat de wetgever met het gebruik van de term ‘invorderen' in art. 3.1 lid 4 WRO niet heeft bedoeld om de belastingplichtige de mogelijkheid te ontnemen om een geschil over de uitleg van bedoelde bepaling aan de belastingrechter voor te leggen. Het zou uitermate onbevredigend zijn en een aantasting betekenen van de rechtsbescherming van de belastingplichtige, indien hij een dergelijke kwestie in een invorderingsgeschil zou moeten voorleggen aan de burgerlijke rechter. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de leges voor de welstandscommissie en de bodemrapporten niet onder het legesverbod vallen. Bij de leges voor het onderdeel ‘bouwactiviteit' heeft de heffingsambtenaar voorgesteld een vermindering toe te passen van 10%, omdat bij de beoordeling van een bouwaanvraag gemiddeld 10% van de tijd wordt besteed aan toetsing aan het bestemmingsplan. De rechtbank acht dit juist. Het beroep van X is in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet ruimtelijke ordening 3.1-4

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 28 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen