Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat Nederland heffingsbevoegd is voor het loon van X.

Belanghebbende, X, woont in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij is werkzaam als piloot en gestationeerd in Frankrijk. In geschil is of X recht heeft op een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het loon ontvangen voor de werkzaamheden in Frankijk.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het loon van X op grond van art. 15 lid 3 Belastingverdrag met Frankrijk slechts in Nederland belastbaar is. Het Belastingverdrag met Frankrijk bevat geen definitie van het begrip ‘internationaal verkeer’.Voor de uitleg van dit begrip grijpt de rechtbank overeenkomstig het bepaalde in art. 3 lid 2 Belastingverdrag met Frankrijk aan bij de definitie in art. 7.3 Wet IB 2001. Het staat vast dat X zijn dienstbetrekking uitoefent aan boord van een luchtvaartuig dat wordt ingezet in het vervoer door de lucht tussen plaatsen buiten Nederland en dat de leiding van de internationale luchtvaartmaatschappij niet in Nederland is gevestigd. X heeft geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.3

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 15

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 4 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen