Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de luchtvervuiling die in december 2009 bekend werd, invloed heeft op de WOZ-waarde op de waardepeildatum 1 januari 2009.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een rijwoning met berging in de gemeente Zoetermeer. Het college van B&W maakt in een brief van 19 december 2009 bekend dat een bedrijf dat is gevestigd in het gebied waar de woning van X is gelegen jarenlang te veel van de kankerverwekkende stof ethyleenoxide heeft uitgestoten. De gemeente stelt maatregelen te hebben genomen om luchtvervuiling in de toekomst te voorkomen. In geschil is of de luchtvervuiling moet leiden tot een lagere WOZ-waarde voor de woning van X voor het belastingjaar 2010 (waardepeildatum 1 januari 2009). Rechtbank 's-Gravenhage beantwoordt deze vraag bevestigend en verlaagt de WOZ-waarde van € 226.000 naar € 200.000 (Rb 's-Gravenhage 26 januari 2011, nr. AWB 10/5402 WOZ, V-N 2011/27.24).

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de luchtvervuiling die in december 2009 bekend werd, invloed heeft op de WOZ-waarde op de waardepeildatum 1 januari 2009. Het hof acht het aannemelijk dat potentiële kopers van de woning rekening zullen houden met de aanwezigheid van de fabriek die de vervuiling veroorzaakt als negatieve liggingsfactor en die in de door hen te betalen prijs zullen verdisconteren. De referentiewoningen die de gemeente hanteert, zijn verkocht toen de luchtvervuiling nog niet bekendgemaakt was. De verkoopprijzen reflecteren dan ook niet de waardedrukking van de luchtvervuiling door de fabriek, aldus het hof. Gelet op de aard van de berichtgeving over de luchtvervuiling en de mogelijke gevolgen hiervan voor de volksgezondheid, acht het hof een waardedrukking van de omvang als door de rechtbank is vastgesteld aannemelijk. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen