Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de gemachtigde zelf weer het initiatief had moeten nemen om alsnog te worden gehoord. De inspecteur heeft de hoorplicht dus niet geschonden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X doet BPM-aangifte voor een Jaguar XF 3.0d R-Sport met schade en voldoet € 3869. In de bezwaarfase nodigt de inspecteur de gemachtigde meerdere keren vergeefs uit voor een hoorgesprek. Uiteindelijk vindt alsnog een gesprek plaats, waarbij de gemachtigde aangeeft enkel de gang van zaken rond het horen te willen bespreken en dat hij niet wil worden gehoord in de onderhavige zaak. In hoger beroep is primair in geschil of de inspecteur de hoorplicht heeft geschonden.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/48.1.4) oordeelt dat de gemachtigde zelf weer het initiatief had moeten nemen om alsnog te worden gehoord (vgl. HR 6 november 2020, 19/02693, V-N 2020/57.22). De hoorplicht is dus niet geschonden. De inspecteur beschikte in de bezwaarfase over de kentekengegevens, zodat deze in beginsel behoren tot de op de zaak betrekking hebbende stukken. Aan het niet-overleggen daarvan door de inspecteur verbindt het hof echter geen gevolgen. Bij de aangifte heeft X namelijk verklaard dat zij zelf de aanvrager en (toekomstig) houder van het kenteken is. X beschikt dus zelf over de kentekengegevens. Ten aanzien van de vraag of X teveel BPM heeft voldaan, beroept de inspecteur zich terecht op interne compensatie. Bij de aangifte is namelijk ten onrechte 100% van het schadebedrag als waardevermindering in aanmerking genomen. X' beroep is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10