Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen sprake is van een accessoire-kwestie waartegen geen beroep open staat. Nu het beroep ontvankelijk is, verleent de rechtbank de btw-teruggaaf conform het standpunt van belanghebbende.
Maatschap X maakt bezwaar tegen de door haar op aangifte voldane btw in verband met het privégebruik auto door haar maten. De verschuldigde btw is daarbij berekend aan de hand van het forfait. Over deze rechtsvraag is vervolgens een massaal bezwaarprocedure gevoerd. Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad in deze zaak (21 april 2017, nr. 15/02212, V-N 2017/22.19) publiceert de staatssecretaris de collectieve uitspraak op de aangewezen bezwaarschriften. De inspecteur wijst het bezwaar van X vervolgens af. X gaat daarop in beroep. Volgens de inspecteur moet het beroep echter niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de beslissing om geen teruggaaf te verlenen, een accessoire kwestie is, waartegen geen beroep open staat.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het beroep van X ontvankelijk is. Volgens de rechtbank is er namelijk sprake van een individuele beoordeling, omdat naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad voor iedere betrokken belastingplichtige afzonderlijk, op basis van de door die belastingplichtige aangedragen feiten en omstandigheden, is beoordeeld of recht bestaat op btw-teruggaaf. De inspecteur heeft volgens de rechtbank dan ook terecht individuele uitspraken op bezwaar gedaan. De rechtbank verleent vervolgens de btw-teruggaven, omdat de inspecteur het standpunt had ingenomen dat daar recht op bestaat als het beroep ontvankelijk is.
Lees ook de thema's Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming en Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel? Kijk ook een video over dit onderwerp op TaxVisions.nl.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 25 juni
Carrousel: Carrousel