Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er meer dan tien weken zijn verstreken sinds de Belastingdienst/Toeslagen een ingebrekestelling ontving van de gedupeerde van de toeslagenaffaire. Een langere beslistermijn is niet nodig. De Belastingdienst/Toeslagen moet binnen twee weken het besluit nemen.

Belanghebbende, X, stelt dat zij gedupeerde is van de toeslagenaffaire en dat zij recht heeft op schadevergoeding. Op 16 november 2020 meldt zij zich bij de Belastingdienst/Toeslagen om haar situatie te bekijken. Eind oktober 2021 krijgt X de mededeling dat er meer tijd nodig is om haar situatie te bekijken en dat zij op een website kan opzoeken wanneer zij aan de beurt is. Op 25 november 2021 stelt X de Belastingdienst/Toeslagen in gebreke en op 24 december 2021 stelt zij beroep in tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek. Ook verzoekt X om de dwangsom wegens het niet tijdig beslissen vast te stellen. De inspecteur verzoekt om een beslistermijn van tien weken.

De rechtbank oordeelt dat het nu nog toekennen van een beslistermijn van tien weken onnodig lang is en draagt de Belastingdienst/Toeslagen op om binnen twee weken het besluit te nemen. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:55d

Algemene wet bestuursrecht 4:18

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Algemene wet bestuursrecht 6:12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 13 april

101

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen