De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 22 november 2021 aangekondigd te werken aan een aantal wijzigingen die zien op de voorwaarden voor het afdragen van de lage WW-premie en op oproepovereenkomsten. Aanleiding voor deze wijzigingen zijn onder meer de uitkomsten van het onderzoek ‘Mogelijkheden om flexibiliteit te realiseren binnen de lage WW-premie’. In de kamerbrief wordt onder meer aangegeven dat het standpunt dat een tijdelijke urenuitbreiding altijd een afzonderlijke arbeidsovereenkomst is, in strijd is met jurisprudentie. Om die reden is dit standpunt (met terugwerkende kracht) herzien.
Ook is eerder door het Ministerie van SZW uitgedragen dat indien een arbeidsovereenkomst meerdere arbeidsomvangen bevat, deze kwalificeert als oproepovereenkomst. Dit blijkt echter niet duidelijk genoeg uit wet- en regelgeving. Om die reden is ook dit standpunt (met terugwerkende kracht) herzien.
De regelgeving ten aanzien van deze herziene standpunten wordt zo spoedig mogelijk aangepast dan wel verduidelijkt. Bovenstaande wijzigingen hebben namelijk gevolgen voor de afdracht van de WW-premie. De wijzigingen zullen in beginsel per 1 januari 2023 in werking treden en zullen worden opgenomen in het Besluit Wfsv en het Besluit nadere regels oproepovereenkomsten.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing
Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Editie: 13 april