Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat het omkeren en verzwaren van de bewijslast wegens het niet doen van de vereiste aangiften doorwerkt naar het huidige verzoek om ambtshalve vermindering.

X ontvangt uitkeringen uit het PGB-budget van zijn zoon en heeft ook andere niet aangegeven inkomsten. De inspecteur gaat daarom tot navordering over. De betreffende aanslagen zijn vastgesteld met behulp van omkering en verzwaring van de bewijslast en staan inmiddels onherroepelijk vast (zie HR 29 januari 2021, 20/00411, V-N 2021/7.14). In geschil is thans of de inspecteur het verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslagen terecht heeft afgewezen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het omkeren en verzwaren van de bewijslast wegens het door X niet doen van de vereiste aangiften doorwerkt naar het verzoek om ambtshalve vermindering. Een andersluidend oordeel zou het ongerijmde gevolg hebben dat bij hetzelfde feitencomplex de bewijslast thans lichter zou zijn. Met enkele niet onderbouwde stellingen slaagt X niet het zware bewijs. De vergrijpboetes worden wel verminderd tot nihil wegens de zeer slechte financiële omstandigheden van X. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 13 april

62

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen