Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aanspraken van X op een extra leeftijdskorting en een passende rentevergoeding over de onverschuldigd betaalde BPM in dit hoger beroep niet aan de orde kunnen komen. De zaak is namelijk door de rechtbank al naar de inspecteur teruggewezen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X doet BPM-aangifte voor een Suzuki SX4 1.6 Exclusive en voldoet de betreffende BPM. X gaat hiertegen tijdig in bezwaar. In geschil is of het bezwaar terecht zonder hoorgesprek ongegrond is verklaard. Volgens Rechtbank Gelderland moet de inspecteur X alsnog horen, zodat terugwijzing volgt. X krijgt een proceskostenvergoeding van € 525 en een immateriëleschadevergoeding van € 500 wegens het overschrijden van de redelijke termijn. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2021/2589) oordeelt dat de aanspraken van X op een extra leeftijdskorting en een passende rentevergoeding over de onverschuldigd betaalde BPM in dit beroep niet aan de orde kunnen komen. De zaak is namelijk door de rechtbank al naar de inspecteur teruggewezen. X heeft recht op vertragingsrente als de inspecteur het griffierecht niet binnen vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank heeft vergoed. Over de immateriëleschadevergoeding maakt X vanaf 23 april 2020 (vier weken na de uitspraak van de rechtbank) aanspraak op wettelijke rente. De rechtbank was niet verplicht dit in het dictum op te nemen, omdat X in eerste aanleg hierop geen aanspraak heeft gemaakt. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:4