Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het verschuldigd worden van wettelijke rente geen ‘rentedragend worden’ van de salarissen impliceert.
De heer X volgt vanaf 2002 de opleiding tot officier aan de Koninklijke Militaire Academie. In 2008 wordt hij eervol ontslagen. X vecht het ontslag met succes aan en ontvangt in 2014 nabetalingen van zijn loon met wettelijke rente. Op het totaal van € 196.377 is € 62.067 loonheffing ingehouden. Bij de berekening hiervan is uitgegaan van afzonderlijke maandsalarissen. In geschil is de IB-aanslag over 2014 waarbij € 30.818 moet worden bijbetaald over de nabetalingen. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat hij recht heeft wettelijke rente over de achterstallige salarisbetalingen. Hij stelt daarom dat de salarissen rentedragend zijn geworden in de periode van 1 januari 2009 tot en met 19 december 2013 en aldus in die periode zijn genoten.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het verschuldigd worden van wettelijke rente geen ‘rentedragend worden’ van de salarissen impliceert (vgl. HR 1 juni 1977, nr. 18 209, V-N 1997/blz. 1310 en HR 3 mei 2013, nr. 12/02197, V-N 2013/21.11). De nabetalingen zijn dus belast in 2014. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.146
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Arbeidsrecht, Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 22 november