Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het begrip ‘definitieve verliezen van een niet-ingezeten dochteronderneming’ uit het Marks & Spencer-arrest, niet van toepassing is op een kleindochteronderneming.

Het Zweedse Holmen AB houdt, via Holmen Suecia Holding S.L., de aandelen in de Spaanse kleindochterondernemingen Holmen Paper Madrid S.L. en Holmen Paper Iberica S.L. De kleindochters leiden forse verliezen (circa € 140 mln), zodat Holmen AB er uiteindelijk voor kiest om haar Spaanse activiteiten af te wikkelen. In een aangevraagd prealabel advies, waarin twee scenario’s worden geschetst, komt aan de orde of Holmen AB recht heeft op aftrek van de verliezen. De afwikkeling zal er toe leiden dat Holmen AB niet langer meer zal beschikken over een onderneming in Spanje. Zowel Holmen AB als de Zweedse Belastingdienst zijn het niet eens met het advies van de adviescommissie voor fiscale vraagstukken. De Zweedse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het begrip ‘definitieve verliezen van een niet-ingezeten dochteronderneming’ uit het Marks & Spencer-arrest van het Hof van Justitie EU (BNB 2006/72), niet van toepassing is op een kleindochteronderneming. Een uitzondering geldt voor de situatie waarin alle tussenvennootschappen tussen de om groepsaftrek verzoekende moedermaatschappij en de kleindochteronderneming die de mogelijk als definitief te beschouwen verliezen heeft geleden, ingezetenen van dezelfde lidstaat zijn. Verder merkt het Hof van Justitie EU nog op dat het feit dat in de lidstaat van de dochteronderneming verliezen van een vennootschap in het jaar van de vereffening niet kunnen worden overgedragen aan een andere belastingplichtige, niet doorslaggevend is bij de beoordeling van het definitieve karakter van de verliezen van een niet-ingezeten dochteronderneming. Hierbij geldt als uitzondering dat de moedermaatschappij aantoont dat het voor haar onmogelijk is om die verliezen te benutten door met name via een verkoop ervoor te zorgen dat een derde die verliezen in toekomstige belastingjaren in aanmerking neemt.

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 54

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 49

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 21 juni

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen