Aan X worden bedragen aan leges in rekening gebracht in verband met het in behandeling nemen van aanvragen tot het verkrijgen van bouwvergunningen. Hof 's-Hertogenbosch verklaart de legesverordening van de gemeente onverbindend omdat de gemeente niet aannemelijk heeft gemaakt dat is voldaan aan de opbrengstnormering van art. 229b Gemeentewet.

De Hoge Raad geeft nadere uitleg over de uitgangspunten die hij in HR 24 april 2009, nr. 07/12961, BNB 2009/159 heeft geformuleerd voor geschillen over de opbrengstlimiet voor gemeentelijke rechten. In BNB 2009/159 heeft de Hoge Raad regels gegeven over de stelplicht van de bewijslast, rekening houdend met de informatieachterstand van een belanghebbende. Dit neemt echter niet weg, aldus de Hoge Raad, dat volgens hetzelfde arrest de bewijslast ten aanzien van de feitelijke onderbouwing van het beroep op limietoverschrijding rust op de belanghebbende. De Hoge Raad benadrukt dat van de gemeente niet kan worden verlangd dat zij van alle in de verordening en tarieventabel genoemde diensten afzonderlijk en op controleerbare wijze vastlegt hoe zij de kosten ter zake daarvan heeft geraamd. De heffingsambtenaar is alleen gehouden nadere inlichtingen te verstrekken wanneer de belanghebbende voldoende gemotiveerd heeft gesteld waarom naar zijn oordeel ten aanzien van een of meer bepaalde posten in de raming redelijke twijfel bestaat of sprake is van een ‘last ter zake'. Bij het verstrekken van nadere inlichtingen dient de heffingsambtenaar naar vermogen duidelijk te maken op grond waarvan hij de stelling(en) van de belanghebbende betwist, en waarom dus naar zijn oordeel de door de belanghebbende opgeworpen twijfel ongegrond is. Het is dus niet zo dat de heffingsambtenaar moet bewijzen dat die twijfel ongegrond is. Gelet op het voorgaande is de Hoge Raad van oordeel dat het hof het aanbod van de heffingsambtenaar tot het verstrekken van nadere inlichtingen niet op de door het hof gebezigde gronden had mogen afwijzen. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van B&W van de gemeente gegrond en verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229b

Gemeentewet 229