De Hoge Raad oordeelt dat de gemeente Heerlen, met het hanteren van een vast percentage van de bouwsom bij bouwprojecten met een bouwsom van meer dan € 250.000, blijft binnen de vrijheid die gemeenten hebben bij het vaststellen van de tarieven voor bouwleges.

Aan X bv is een bedrag van € 223.647,50 aan leges gevorderd in verband met het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de tariefstelling in de gemeente Heerlen leidt tot een onredelijke en willekeurige belastingheffing doordat aanvragers van bouwplannen met grote bouwsommen onevenredig zwaar worden belast.

De Hoge Raad oordeelt dat de gemeente Heerlen, met het hanteren van een vast percentage van de bouwsom bij bouwprojecten met een bouwsom van meer dan € 250.000, blijft binnen de vrijheid die gemeenten hebben bij het vaststellen van de tarieven voor bouwleges. Er is geen sprake van een ongeoorloofde heffing naar draagkracht, ook niet nu voor kleinere bouwprojecten lagere tarieven gelden. Het tarief van 2,25% voor bouwkosten boven € 250.000 is niet onredelijk of willekeurig (vgl. HR 14 augustus 2009, nr. 43.120, BNB 2009/276). Dat bij lagere bouwkosten een lager tarief geldt, levert evenmin strijd op met het gelijkheidsbeginsel, aldus de Hoge Raad (in afwijking van het hof). De percentages uit de tarieventabel zijn immers zonder onderscheid van toepassing op alle belastingplichtigen (vgl. HR 10 december 2004, nr. 36.776, BNB 2005/102). Verder oordeelt de Hoge Raad dat het hof bij de toetsing van de leges aan de opbrengstnorm te strenge eisen aan de gemeente heeft gesteld als het gaat over de raming van het bedrag van de baten dat in de gemeentelijke begroting is opgenomen en de onderbouwing daarvan. Vanwege de onzekerheid bij met name de prognose van het aantal bouwaanvragen, acht de Hoge Raad het pas opportuun om het bedrag van de raming van de legesopbrengsten te corrigeren als de gemeente in redelijkheid niet op dat bedrag heeft kunnen ramen. Het cassatieberoep van het College van B&W is gegrond. Verwijzing volgt naar Hof Arnhem-Leeuwarden voor een hernieuwde behandeling van de vraag of de opbrengstlimiet is overschreden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229b

Gemeentewet 229

Gemeentewet 219-2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 7 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen