A-G IJzerman is van mening dat de naheffing niet bestraffend is bedoeld, aangezien de motorrijtuigenbelasting volgens de wetgever reeds voldaan had moeten zijn. De intentie van de wetgever is dus gericht op compensatie van de niet betaalde belasting.

De heer X exploiteert een autobedrijf en beschikt in dat kader over een handelaarskenteken. Op 10 juli 2011, 14 juli 2011, 15 juli 2011 en 25 juli 2011 wordt geconstateerd dat X met een auto van zijn bedrijfsvoorraad gebruik maakt van de weg. De auto is op die momenten niet voorzien van het handelaarskenteken. X heeft deze bewust niet aangebracht vanwege het risico van diefstal en het ongemak om telkens door de politie te worden aangehouden. In geschil is of terecht vier MRB-naheffingsaanslagen aan X zijn opgelegd over de tijdvakken van twaalf maanden gerekend tot en met de dag van de controles, alsmede de vier 100% verzuimboetes van elk € 412. Rechtbank Arnhem stelt de inspecteur in het gelijk. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de naheffing het gevolg is van het niet voldoen aan de voorwaarden van de handelaarsregeling. De maatregel bestaat uit de heffing naar een forfaitair tarief van twaalf maanden. De € 412 per overtreding is een relatief laag bedrag. Gelet op het belang van X bij voortzetting van de handelaarsregeling is de gekozen maatregel - het in stand laten van de regeling en heffing voor één motorrijtuig over twaalf maanden - niet disproportioneel. De boetes zijn ook passend en geboden. X gaat in cassatie. Advocaat-Generaal IJzerman is van mening dat de naheffing niet bestraffend is bedoeld, aangezien de belasting volgens de wetgever reeds voldaan had moeten zijn. De intentie van de wetgever is dus gericht op compensatie van de niet betaalde belasting. Het ruime naheffingstijdvak heeft vooral een praktische achtergrond. Bij constatering van ongeoorloofd weggebruik kan namelijk niet worden vastgesteld of, en zo ja, wanneer de overtreder reeds eerder in gebreke is geweest. De wetgever is daarmee fiscaal aan de veilige kant gebleven, ook al betreft in casu het meerdere constateringen van gebruik van de weg op verschillende dagen. Het feit dat de aanslagen elkaar overlappen, is volgens de A-G louter een gevolg van de wetssystematiek. De A-G concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 69

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 19 mei

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen