Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat in een vergelijkbare casus het hof reeds heeft geoordeeld dat een Marina roerend is. Partijen zijn bij de formulering van hun geschil van een onjuist juridisch standpunt uitgegaan en om die reden moet de naheffingsaanslag worden vernietigd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Aan belanghebbende, X, is (pas) in februari 2008 een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd ter zake van de verkrijging van een zogenaamde Marina, een drijvende villa die hij in januari 2005 heeft gekocht. X gaat tegen de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting in beroep. Rechtbank Breda verwerpt de stelling van X dat de naheffingsaanslag in strijd met het vertrouwensbeginsel is opgelegd. De notaris wist al in november 2004 dat de inspecteur van mening is dat een Marina een onroerende zaak is, maar bracht zijn afwijkende standpunt niet expliciet naar buiten. Dat er tussen de aangifte en een vragenbrief van de inspecteur 2,5 jaar is verstreken rechtvaardigt niet dat enig vertrouwen is opgewekt dat naheffing achterwege zou blijven. De rechtbank verwerpt ook het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel, omdat de inspecteur alleen bij verkrijgingen vanaf 1 januari 2005 heeft nageheven. De inspecteur heeft daarvoor een objectieve rechtvaardiging, aldus de rechtbank. X is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gegaan.

Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 4 maart 2011, 09/00653) overweegt dat het hof in een identieke zaak (nummer 09/00652) heeft geoordeeld dat een Marina als de onderhavige roerend is. X verzet zich uitsluitend op formele gronden tegen de naheffingsaanslag, die niet naar het juiste adres zou zijn verzonden en die in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zou zijn opgelegd. Het Hof oordeelt dat, nu in een identieke zaak reeds is beslist dat de Marina roerend is, partijen bij de formulering van hun geschil van een onjuist juridisch standpunt zijn uitgegaan en dat reeds om die reden de naheffingsaanslag moet worden vernietigd. De overige stellingen behoeven dan geen behandeling meer. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad

4

Gerelateerde artikelen