Belanghebbende, X, is een horecaondernemer. Na een boekenonderzoek komt de inspecteur tot een omzetcorrectie en legt hij X forse naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffing met vergrijpboeten op. In geschil is of dit terecht is.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur bij het herrekenen van de omzet goede uitgangspunten heeft gehanteerd. De inspecteur is uitgegaan van de in de administratie verantwoorde inkopen, de door X gehanteerde verkoopprijzen en de door X afgelegde verklaringen tijdens het boekenonderzoek. Omdat niet in geschil is dat voor de omzetbelasting de juiste aangifte niet is gedaan leidt dit tot omkering van de bewijslast. Hoewel er geen informatiebeschikking is gegeven komt de rechtbank voor de loonheffing tot hetzelfde oordeel omdat een zodanig hoog bedrag aan lonen niet is verantwoord dat de werkelijk verschuldigde loonheffingen absoluut en relatief gezien aanmerkelijk hoger zijn dan het bedrag dat op aangiften is afgedragen. De vergrijpboeten zijn terecht opgelegd, omdat het door de wijze waarop X de administratie heeft bijgehouden en aangiften heeft gedaan, aan zijn opzet is te wijten dat de belasting die op aangifte moest worden voldaan en afgedragen gedeeltelijk niet is betaald. Wel oordeelt de rechtbank dat de boeten moeten worden verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank verklaart het beroep gegrond omdat de inspecteur in beroep heeft geconcludeerd tot vermindering van de naheffingsaanslagen en matiging van de boeten.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 3 mei