Hof Den Haag vermindert het toetsingsinkomen voor de huur- en zorgtoeslag 2014 naar het verzamelinkomen van € 17.489 zoals vastgesteld bij de voorlopige aanslag IB/PVV 2014.

Belanghebbende, X, ontvangt in 2014 € 30.399 aan uitkeringen: een ZW- uitkering van € 4628, een WW-uitkering van € 12.545 en een WIA-uitkering van € 13.226. In december 2014 vordert het UWV een (bruto)bedrag van € 12.545 aan onterecht ontvangen WW-uitkering terug. In 2015 start X met terugbetaling. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de ten onrechte genoten maar nog niet terugbetaalde uitkering terecht heeft begrepen in het toetsingsinkomen 2014. Dit bedrag is in 2014 daadwerkelijk aan X uitbetaald en hij heeft in dat jaar niets terugbetaald. De terugbetaling door X in 2015 vormt negatief loon in 2015 en heeft geen gevolgen voor het toetsingsinkomen 2014.

Hof Den Haag komt tot een ander oordeel dan de rechtbank over het toetsingsinkomen. Het hof vermindert het toetsingsinkomen voor de huur- en zorgtoeslag 2014 naar € 17.489. Dit is gelijk aan het verzamelinkomen van € 17.489 zoals vastgesteld bij de voorlopige aanslag IB/PVV 2014. Op grond van art. 21 onderdeel e, ten eerste AWR is het verzamelinkomen dat is vastgesteld bij de voorlopige aanslag inkomstenbelasting namelijk het toetsingsinkomen voor de berekening van de huur- en zorgtoeslag voor 2014. Dat een hoger toetsingsinkomen al in de basisregistratie inkomensgegevens is verwerkt, doet aan het voorgaande niet af.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 8-1

Algemene wet inzake rijksbelastingen 21-e-1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 3 mei

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen