X heeft in zijn aangifte ib/pvv voor het jaar 2012 een door hem ontvangen ontslagvergoeding (beëindigingsvergoeding) ten onrechte als te zijn verkregen uit tegenwoordige arbeid aangegeven. Op basis van die aangifte is bij het verlenen van een voorlopige teruggaaf € 1611 arbeidskorting in aanmerking genomen. Nu de ontslagvergoeding dient te worden beschouwd als te zijn verkregen met vroegere arbeid heeft de inspecteur bij het opleggen van de definitieve aanslag de arbeidskorting verlaagd naar een bedrag van € 131. Doordat de voorlopige teruggaaf met die aanslag is verrekend is het verschil in arbeidskorting (€ 1480) door de inspecteur gecorrigeerd. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat de beëindigingsvergoeding inderdaad als loon verkregen uit een vroegere dienstbetrekking moet worden beschouwd. De vergoeding is in de aangifte ten onrechte als loon verkregen uit tegenwoordige dienstbetrekking opgenomen. De door de inspecteur toegepaste correctie is daarom terecht. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 32ba
Wet op de loonbelasting 1964 28
Wet inkomstenbelasting 2001 8.1
Wet inkomstenbelasting 2001 8.11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 3 mei