Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de bedragen die X van A heeft ontvangen in 2011, 2012 en 2013 terecht tot haar belastbaar inkomen uit werk en woning heeft gerekend. X heeft in haar IB-aangifte 2010 namelijk al inkomsten verantwoord in verband met voor A verrichte werkzaamheden.

Belanghebbende, X, werkt als zelfstandige in de thuiszorg. Uit een boekenonderzoek blijkt dat X van een van haar cliënten, mevrouw A, diverse bedragen op haar bankrekening heeft ontvangen die zij niet in haar IB-aangiften heeft verantwoord [€ 8.776 (2011), € 47.406 (2012) en € 42.091 (2013)]. De inspecteur legt daarom IB-(navorderings)aanslagen op aan X. X stelt dat zij bepaalde kosten voor A had voorgeschoten. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aantoont dat de inspecteur de correcties ten onrechte heeft toegepast. De rechtbank overweegt daarbij dat X onvoldoende heeft aangedragen om haar stelling te ondersteunen. Ook heeft de inspecteur de aanslagen niet tot te hoge bedragen vastgesteld. De rechtbank handhaaft de (navorderings)aanslagen.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de bedragen die X van A heeft ontvangen terecht tot haar belastbaar inkomen uit werk en woning heeft gerekend. Het hof wijst er daarbij op dat X in haar IB-aangifte 2010 reeds inkomsten heeft verantwoord in verband met voor A verrichte werkzaamheden. Volgens het hof maakt de inspecteur dan ook aannemelijk dat X in 2011 - 2013 ook diensten heeft verricht op het gebied van zorg (huishouden, boodschappen doen) en welzijn (gezelschap houden). Verder is het hof van mening dat de schatting van de inspecteur correct is. Hij heeft zich namelijk gebaseerd op gegevens van het Nibud en rekening gehouden met kosten van levensonderhoud van A. De (navorderings)aanslagen blijven in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 3 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen