Vereniging E is een consumentenorganisatie voor eigenwoningbezitters. E werkt samen met verzekeringsmaatschappij F. E ontvangt van F een vergoeding voor de werkzaamheden die zij verricht om onder meer het aantal verkochte verzekeringen van F te verhogen. In geschil is of de diensten die X verricht voor F aangemerkt kunnen worden als van btw vrijgestelde handelingen ter zake van verzekering. E stelt dat zij beschouwd moet worden als tussenpersoon.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de btw-vrijstelling voor verzekeringsdiensten niet geldt voor een consumentenorganisatie voor eigenwoningbezitters. E is niet primair een verzekeringstussenpersoon. Uit jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie blijkt dat de vrijstelling dan toch van toepassing is als E (i) in een betrekking staat met de verzekeraar en de verzekerde, en (ii) de activiteit van E essentiële aspecten van de functie van verzekeringstussenpersoon dekt. Aan de tweede voorwaarde is niet voldaan. De meeste werkzaamheden hebben louter of sterk overwegend het karakter van werving en marketing. Die werkzaamheden dekken niet de essentiële aspecten van de verzekeringstussenpersoon, te weten het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van verzekeringsovereenkomsten.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11-1-k