De inspecteur heeft X geïdentificeerd als rekeninghouder van een bankrekening bij de KB Lux. Er zou sprake zijn van een unieke match met het bestand Beheer van Relaties. X heeft geen bankrekening bij de KB Lux in zijn aangiften aangegeven en ontkent zo'n rekening te hebben gehad. In geschil zijn de navorderingsaanslagen ib/pvv over de jaren 1990 tot en met 2000 en vb over de jaren 1991 tot en met 2000, met vergrijpboeten van 100%. In bezwaar bestrijdt X de identificatie. Volgens X is het mogelijk dat de rekening van zijn opa en oma is geweest, gezien het feit dat de namen identiek zijn aan zijn naam en die van zijn vrouw. De inspecteur vindt dit niet aannemelijk. X komt in beroep. Volgens Rechtbank Den Haag heeft X van het begin af aan zijn volledige medewerking aan het onderzoek van de Belastingdienst verleend. X heeft alles gedaan wat hij redelijkerwijs kon doen om aannemelijk te maken dat hij niet de rekeninghouder is van de bankrekening bij de KB Lux. De rechtbank is van mening dat de inspecteur onvoldoende aannemelijk maakt dat X een rekening heeft (gehad) bij die bank. De navorderingsaanslagen, verhogingen, boetes en beschikkingen heffingsrenten worden daarom vernietigd. De rechtbank kent X een immateriële schadevergoeding toe van € 1000 wegens overschrijding van de redelijke termijn in bezwaar.
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 49
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16