Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat 65plusser X recht heeft op een arbeidskorting die hoger is dan het door de inspecteur berekende bedrag, maar lager dan het door het aangifteprogramma van de Belastingdienst berekende bedrag. 

Belanghebbende, X, is in 2009 ouder dan 65 jaar. X heeft uiteenlopende bronnen van inkomen. Volgens het elektronische aangifteprogramma van de Belastingdienst heeft X recht op een arbeidskorting van € 928. Bij de aanslagoplegging neemt de inspecteur een lager bedrag aan arbeidskorting in aanmerking.

Rechtbank Noord-Holland overweegt dat X volgens artikel 22a Wet LB recht heeft op een arbeidskorting van € 1.735 en volgens artikel 8.11 Wet IB 2001 op een arbeidskorting van € 1.005. De rechtbank beslist dat uitgegaan kan worden van het (hogere) bedrag van € 1.735, waarop vervolgens een bedrag van € 927 in mindering moet worden gebracht voor het deel van de arbeidskorting dat betrekking heeft op het premiedeel van de AOW, omdat X daarop geen recht heeft. X heeft dus recht op een arbeidskorting van € 808. Volgens de rechtbank kan X geen vertrouwen ontlenen aan het bedrag dat is vermeld in het aangifteprogramma. Daarin is namelijk expliciet aangegeven dat de berekeningen onder voorbehoud van goedkeuring van de aangifte door 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.11

Wet op de loonbelasting 1964 22a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 24 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen