Advocaat-generaal Rantos concludeert dat Nederland niet in strijd met het EU-recht handelt door aan toepassing van de bunkervrijstelling de voorwaarde te stellen dat de gasolie het minimumgehalte aan merkstof voor fiscale doeleinden bevat.

Aan X zijn naheffingsaanslagen accijns en voorraadheffing opgelegd, omdat de diesel in de bunkertanks van zijn schip te weinig merkstof Solvent Yellow 124 bevat. Hof Arnhem-Leeuwarden stelt de inspecteur in het gelijk. Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt met zich dat een partij die zich op een vrijstelling beroept, in casu de bunkervrijstelling, hiervan de bewijslast draagt. X gaat in cassatie. De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU.

Advocaat-generaal Rantos concludeert dat Nederland niet in strijd met het EU-recht handelt door aan de toepassing van de bunkervrijstelling de voorwaarde te stellen dat de gasolie het minimumgehalte aan merkstof voor fiscale doeleinden bevat. Daarbij geldt dan wel dat aan X de gelegenheid wordt geboden om het bewijs te leveren van het conforme gebruik van die gasolie. Aan invordering van de accijns staat verder ook niet in de weg dat X de gasolie van een erkend entrepothouder heeft betrokken.

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001 13

BWBR00458574, 2

BWBR00458574, 66

BWBR00458574, 80

Rubriek: Europees belastingrecht, Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 6 september

Informatiesoort: VN Vandaag

146

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen