Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur aan de hand van een negatieve kasopstelling aannemelijk maakt dat belanghebbende ten tijde van het indienen van de aangifte zich ervan bewust was dat door het niet vermelden van de door hem genoten inkomsten, een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting en premies niet zou worden geheven. 

De inspecteur wijkt bij de aanslagregeling af van de door X ingediende aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2015. De inspecteur komt gedeeltelijk aan het bezwaar van X tegemoet, maar handhaaft de correctie op basis van een redelijke schatting. De inspecteur komt tot die schatting nadat hij eerst vaststelt dat de uitkomst van een kasopstelling negatief is wegens omvangrijke uitgaven. X komt in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant onderzoekt of belanghebbende de vereiste aangifte heeft gedaan. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur aan de hand van een negatieve kasopstelling aannemelijk maakt dat belanghebbende ten tijde van het indienen van de aangifte zich ervan bewust was dat door het niet vermelden van de door hem genoten inkomsten, een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting en premies niet zou worden geheven. De inspecteur baseert de aanslag terecht op een redelijke schatting. Beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

12

Gerelateerde artikelen