Advocaat-generaal Wattel concludeert dat zendmasten voor de netwerkvrijstelling niet zijn aan te merken als ‘net’. De zendmasten bestaan niet uit een of meer kabels of leidingen en zij transporteren geen informatie.

Belanghebbende, X bv, verkrijgt, via een juridische splitsing, de eigendom van 170 zendmasten. Omdat X bv volgens de inspecteur overdrachtsbelasting is verschuldigd voor de verkrijging van de zendmasten, legt hij een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op. X bv is echter van mening dat de netwerkvrijstelling van toepassing is (art. 15 lid 1 onderdeel y WBR 1970). Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond. X bv gaat in cassatie.

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat zendmasten voor de netwerkvrijstelling niet zijn aan te merken als ‘net’. De zendmasten bestaan niet uit een of meer kabels of leidingen. De A-G wijst er daarbij op dat in de wetsgeschiedenis geen aanwijzingen zijn te vinden waaruit volgt dat de wetgever bij de vrijstelling voor netwerken ook aan (kale) zendmasten heeft gedacht. Verder is de A-G van mening dat de zendmasten geen elektronisch communicatienetwerk vormen. Zij zijn op zichzelf geen transmissiesysteem, -apparatuur of –middel. Verder zijn het ook geen schakel- of routeringsapparatuur en maken zij het op zichzelf ook niet mogelijk om signalen over te brengen. De zendmasten zijn slechts een kapstok waaraan het net (de zend- en ontvangstapparatuur en de kabels) kan worden opgehangen. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 3 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen