Hof Amsterdam oordeelt dat X opzettelijk onjuist aangifte IB/PVV heeft gedaan door onroerende zaken niet op te geven in box 3.

Belanghebbende, X, beschikt over negen onroerende zaken waaronder zijn eigen woning. In zijn aangiften IB/PVV over de jaren 2011 en 2012 maakt X geen melding van deze onroerende zaken. In geschil is of de inspecteur X hiervoor terecht vergrijpboeten heeft opgelegd.

Hof Amsterdam oordeelt dat X opzettelijk onjuist aangifte IB/PVV heeft gedaan door onroerende zaken niet op te geven in box 3. X heeft drie jaren achtereen de vraag over box 3 in zijn aangifte niet beantwoord. Hier is volgens het hof geen sprake meer van een belastingplichtige die een (domme) vergissing heeft begaan, maar van een belastingplichtige die op zijn minst heeft moeten beseffen dat de aangiften die hij deed onjuist waren, omdat de onroerende zaken daarin op geen enkele wijze figureerden, in welke box dan ook. Er is hier sprake van een eenvoudig onderdeel van de belastingwetgeving dat sinds 2001 niet meer is gewijzigd. Er is sprake van voorwaardelijke opzet aan de zijde van X.

Lees ook het thema Vastgoedexploitatie in de inkomstenbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 14 juli

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen