X sluit met de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst over de vermindering van een naheffingsaanslag loonheffingen Zorgverzekeringswet. Op 30 juli 2015 ontvangt X naar aanleiding van de vaststellingsovereenkomst de vermindering van de aanslag. Op 11 augustus 2015 ontvangt X een aanmaning met de mededeling dat hij op 31 juli 2015 de aanslag nog niet betaald heeft. Prompt betaalt X op 11 augustus het afgesproken bedrag aan loonheffingen. X ontvangt vervolgens een aanmaning met de mededeling dat hij een bedrag op de aanslag nog niet heeft betaald. X vindt dit niet terecht, omdat hij van mening is dat hij alles heeft betaald. Volgens de Belastingdienst heeft X echter de invorderingsrente niet betaald. X klaagt bij de Nationale Ombudsman dat de Belastingdienst na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst rauwelijks tot dwanginvordering is overgegaan en hem geen redelijke termijn heeft gegeven om de naheffingsaanslag te voldoen. X is van mening dat de Belastingdienst hem had moeten informeren dat het betalingsuitstel was vervallen, en dat de Belastingdienst onduidelijk was over het te betalen bedrag.
De Ombudsman oordeelt dat de Belastingdienst X had moeten informeren over het vervallen van het uitstel van betaling. De Belastingdienst had X volgens de Ombudsman een termijn moeten gunnen waarbinnen het openstaande bedrag betaald had moeten worden. Ten aanzien van de verschuldigdheid van de invorderingsrente is de Ombudsman van mening dat de Belastingdienst op een toereikende wijze informatie heeft verstrekt. De informatie is namelijk opgenomen op de oorspronkelijke aanslag, de betalingsherinnering, de aanmaning en het dwangbevel. De Ombudsman adviseert om de kosten van het dwangbevel in casu terug te draaien.
Wetsartikelen: