Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën bericht dit aan de Tweede Kamer naar aanleiding van door RTL gestelde vragen hierover. Hij is voornemens om de wetgeving op dit punt aan te passen om deze verschillen weg te nemen. Tevens wordt bekeken hoe deze verschillen zo snel en efficiënt mogelijk beëindigd kunnen worden om te voorkomen dat onbedoeld gebruik wordt gemaakt van de IACK.
Het verschil in de uitkomsten tussen buitenlandse en binnenlandse belastingplichtigen wordt veroorzaakt door de uitzondering op het fiscaal partnerbegrip voor buitenlandse belastingplichtigen. Een persoon die geen inwoner is van Nederland en geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige (KBB) is, wordt niet aangemerkt als fiscaal partner. De buitenlandse belastingplichtige wordt in dat geval aangemerkt als alleenstaande. Deze uitzondering is onder andere gemaakt omdat het ongewenst is dat buitenlandse belastingplichtigen, die niet kwalificeren als KBB, gebruik kunnen maken van de vrije toerekening van bepaalde inkomsten en uitgaven.
Door de uitzondering op het fiscaal partnerschap voor buitenlandse belastingplichtige kan het voorkomen dat een buitenlandse belastingplichtige uit de landenkring met Nederlands arbeidsinkomen, die samen met een niet-werkende partner en een kind buiten Nederland, maar in de landenkring, op hetzelfde adres zijn ingeschreven, wel de IACK kan effectueren in zijn aangifte inkomstenbelasting. Een binnenlandse belastingplichtige in dezelfde situatie kan dat niet.
Ook kan het voorkomen dat buitenlands belastingplichtigen met Nederlands arbeidsinkomen, die op hetzelfde adres staan ingeschreven binnen de landenkring met een kind, beiden de IACK kunnen effectueren in hun aangifte inkomstenbelasting, terwijl bij binnenlandse belastingplichtigen maar één van de fiscale partners de IACK kan effectueren.
De Belastingdienst heeft deze verschillende uitkomsten al eerder opgemerkt, in 2015 en 2018. De benodigde opvolging heeft toen niet de juiste prioriteit gekregen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 5 mei