Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het uitlenen van personeel dat voorheen als stagiair werkzaam was, niet is vrijgesteld van omzetbelasting.

Eiser, Y, drijft een eenmanszaak genaamd ‘X opleidingen’ en verricht onder andere werkzaamheden op het gebied van ICT. Y ontwikkelt voor een ANBI een automatiseringssysteem. Y heeft van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 drie medewerkers in dienst, die werkzaamheden voor de ANBI verrichten. Voor 1 januari 2014 liepen de medewerkers stage bij X opleidingen in het kader van hun MBO opleiding. Op de facturen aan de ANBI staat geen omzetbelasting vermeld. De inspecteur stelt dat Y ondernemer is voor de omzetbelasting en dat de diensten bestaande uit het ter beschikking stellen van personeel niet zijn vrijgesteld. De inspecteur heft de omzetbelasting over 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 na. Y gaat in beroep.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat Y ondernemer is voor de omzetbelasting en dat de diensten niet zijn vrijgesteld. De onderwijsvrijstelling kan niet meer worden toegepast na afronding van de stage, en ook aan de voorwaarden voor de vrijstelling voor diensten van sociale of culturele aard wordt niet voldaan. Een beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 5 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen