Belanghebbende, X, heeft op 11 oktober 2012 samen met haar partner een onroerende zaak aangekocht voor een bedrag van € 325.000. Het betreft een voormalig schoolgebouw met gymzaal en kleedkamers. In geschil is de WOZ-waarde 2015. De gemeente concludeert in beroep een verlaging van € 1.480.000 naar € 1.163.000, zijnde de gecorrigeerde vervangingswaarde van de onroerende zaak.
Rechtbank Rotterdam volgt de door de gemeente in beroep verdedigde gecorrigeerde vervangingswaarde van het voormalige schoolgebouw van € 1.163.000. De door X voorgestane waarde van € 650.000 is gebaseerd op de waarde in het economische verkeer en de eigen aankoopprijs van de onroerende zaak. Wat er verder ook van deze waarden zij, de waarde op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde komt in dit geval hoger uit en de wet schrijft dan voor dat de hoogste waarde geldt als WOZ-waarde. Het gelijk is aan de heffingsambtenaar. Het beroep van X is wel gegrond, omdat de waarde conform het standpunt van de heffingsambtenaar in beroep daalt van € 1.480.000 naar € 1.163.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17-3