Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van autokosten die hij niet heeft gemaakt.

Belanghebbende (X) is ZZP'er en werkt samen met zijn vader (A). Samen rijden ze naar een bouwplaats. De ene week rijdt belanghebbende, de andere week zijn vader. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag aan belanghebbende op voor het jaar 2005. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat belanghebbende ook autokosten in aftrek brengt voor de weken dat hij met zijn vader meerijdt.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van autokosten die hij niet heeft gemaakt. Volgens het hof slaagt belanghebbendes beroep op het gelijkheidsbeginsel niet. Het verschil in behandeling van de autokosten voor het woon-werkverkeer voor winstgenieters en loontrekkenden berust volgens het hof namelijk op het door de wetgever gemaakte verschil tussen de behandeling van winst uit onderneming en belastbaar loon uit dienstbetrekking. Het hof wijst er hierbij op dat dit verschil in de fiscale wetgeving – en ook daarbuiten – op een groot aantal punten tot uitdrukking komt en dat het op het aan de wetgever voorbehouden oordeel berust dat ondernemers en werknemers op relevante punten niet vergelijkbaar zijn. De navorderingsaanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

1

Gerelateerde artikelen