Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het ontbreken van een geldige machtiging.

Een rechtsbijstandverlener maakt namens belanghebbende, X, bezwaar tegen een WOZ-beschikking en stelt daarna beroep in. In geschil is of de rechtbank het beroep terecht wegens ontbreken van een geldige machtiging niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het ontbreken van een geldige machtiging. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat niet aannemelijk is geworden dat de in bezwaar en ter zitting overgelegde machtiging door X is verleend. Een andere machtiging is niet ondertekend door X maar door haar vader die zelf ook een procedure voert. De rechtbank hoefde geen extra gelegenheid voor verzuimherstel te verlenen. Het had duidelijk kunnen en moeten zijn dat er twijfels bestonden over de machtiging en dat uiterlijk op de zitting bij de rechtbank een duidelijke machtiging op tafel moest liggen. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Algemene wet bestuursrecht 2:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen