Hof Den Haag kan zich niet vinden in de beslissing van de rechtbank om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren vanwege onduidelijkheid over de vraag tegen welke objecten het WOZ-beroep is gericht.

X bv komt in bezwaar tegen een groot aantal WOZ-beschikkingen. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar ongegrond, waarna X bv in beroep gaat. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep niet-ontvankelijk vanwege onduidelijkheid over de vraag tegen welke objecten het beroep zich richt.

Hof Den Haag kan zich niet vinden in de beslissing van de rechtbank om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren vanwege onduidelijkheid over de vraag tegen welke objecten het WOZ-beroep is gericht. Onduidelijkheid over het precieze voorwerp van een procedure en/of de toepasselijkheid of de duiding van de beroepsgronden kan in de regel niet leiden tot niet-ontvankelijkverklaring, indien de indiener in een betere positie kan raken. Van dit laatste is in dit geval sprake. Daarnaast oordeelt het hof dat de gedingstukken in dit geval wel degelijk aanknopingspunten bevatten om te kunnen vaststellen op welke onroerende zaken het beroep ziet. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv gegrond en wijst de zaak terug naar de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

17

Gerelateerde artikelen