Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande woning met een inhoud van ongeveer 760 m³ gelegen in de gemeente Oud-Beijerland. De heffingsambtenaar van de gemeente stelt de WOZ-waarde 2008 van deze woning vast op â‚ € 596 000. Rechtbank Dordrecht oordeelt dat de gemeente aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde ten minste â‚ € 590 000 bedraagt en verklaart het beroep vanwege de Fierensmarge van art. 26a Wet WOZ ongegrond. X bepleit in hoger beroep een waarde van € 492 000. Hof 's-Gravenhage verklaart het hoger beroep van X gegrond en vernietigt de rechtbankuitspraak. Ten eerste heeft de rechtbank de inmiddels door de Hoge Raad afgeschafte Fierensmarge nog toegepast. Ten tweede kan het hof zich niet vinden in het oordeel van de rechtbank dat de heffingsambtenaar van de gemeente de door hem verdedigde waarde van € 590 000 aannemelijk heeft gemaakt. Het hof overweegt dat van de vier referentiewoningen er drie niet vergelijkbaar zijn en het verkoopcijfer van de vierde woning te ver verwijderd is van de waardepeildatum. Het taxatierapport van de gemeente geeft geen inzicht in de waardedrukkende invloed van de ligging van de woning in het algemeen en de overlast van een sportveldencomplex in het bijzonder. Dat deze overlast moet leiden tot een verlaging van de WOZ-waarde naar € 492 000 acht het hof anders dan X echter niet aannemelijk. Het hof besluit de WOZ-waarde in goede justitie vast te stellen op € 550 000.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Gravenhage
Editie: 13 februari