X doet voor het jaar 2002 IB-aangifte als buitenlands belastingplichtige. De inspecteur heeft in 1999 namelijk een woonplaatsonderzoek ingesteld en vastgesteld dat X sinds 1 januari 1998 Bonaire als woonplaats heeft. Naar aanleiding van een boekenonderzoek bij een bv van X, wordt in 2002 weer een onderzoek ingesteld naar zijn woonplaats. Tijdens dit onderzoek verklaart X dat hij een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven. De inspecteur is van mening dat X binnenlands belastingplichtige is en legt vervolgens een aanslag op. X stelt dat hij zijn verklaringen niet in vrijheid heeft afgelegd. Hof Arnhem oordeelt dat X in 2002 in Nederland woonde. Het hof acht hierbij van belang dat niet is gebleken dat aan de verklaringen van X gebreken kleefden en dat hij zijn stelling dat hij op Bonaire woonde onvoldoende heeft onderbouwd. X gaat in cassatie omdat het hof hem niet op de juiste wijze voor de zitting heeft uitgenodigd. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling van de zaak. Hierbij moet X alsnog de gelegenheid krijgen om zijn hoger beroep mondeling toe te lichten.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van hypotheekrente voor een stuk grond op Bonaire. Volgens het hof vormt deze onroerende zaak namelijk geen hoofdverblijf voor X, zodat er geen sprake is van een eigenwoningschuld. Verder staat het hof ook geen aftrek toe van vrijwillig betaalde AOW-premies. Het hof wijst er hierbij op dat de Wet IB 2001 niet voorziet in een aftrekrecht voor dergelijke uitgaven. Ook heeft X geen recht op aftrek van Anw-premies in 2002. X maakt namelijk niet aannemelijk dat hij in 2002 Anw-premies heeft betaald. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch (Meervoudige belastingkamer), Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 2 oktober