Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat de ontbinding van de erfpachtrechthouder er niet toe leidt dat het erfpachtrecht geëindigd is. De WOZ-beschikkingen en de aanslagen OZBE zijn ten onrechte aan de blote eigenaar opgelegd.

Belanghebbende X bv bezit de blote eigendom van vier panden die bezwaard zijn met een recht van erfpacht. De erfpachtrechthouder, A bv, wordt op een gegeven moment ontbonden. Volgens de heffingsambtenaar leidt dit ertoe dat X bv weer de volle eigendom heeft. Aan X bv worden vervolgens de in geschil zijnde WOZ-beschikkingen en aanslagen onroerendezaakbelastingen eigenaren (OZBE) voor het jaar 2017 opgelegd. X bv komt in beroep.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant leidt de ontbinding van A bv op zichzelf niet op grond van de wet ertoe dat X bv het volledige eigendom heeft van de panden. De rechtbank is verder van mening dat de heffingsambtenaar onvoldoende heeft gesteld om te kunnen concluderen dat de eigendom van de onroerende zaken niet langer bezwaard is met het erfpachtrecht. Het beroep is gegrond. De WOZ-beschikkingen en de aanslagen OZBE worden vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 5 85

Wet waardering onroerende zaken 24

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal ondernemingsrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 8 juli

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen