Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een winkelpand met op de eerste en tweede verdieping een afzonderlijke woning. De gemeente heeft het winkelpand met opslagruimten - dat door X bv wordt verhuurd - als afzonderlijke onroerende zaak aangemerkt voor de Wet WOZ. In geschil is de WOZ-waarde 2009 van dit object. Het winkelpand bevat een winkelruimte op de begane grond met een bruto vloeroppervlak van 246 m² en 182 m² aan secundaire ruimten (opslag/magazijn/kantoor). Rechtbank Arnhem verlaagt de WOZ-waarde 2009 van € 2.060.000 naar € 1.750.000. De heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem stelt hoger beroep in.
Hof Arnhem oordeelt anders dan Rechtbank Arnhem dat de gemeente voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van het winkelpand niet te hoog is vastgesteld. Zowel de huurgegevens die neerkomen op een huurwaarde per primaire m² bruto vloeroppervlak van € 580 (tegen € 570 per m² voor het pand van X bv) als de verkoopsom van het naastgelegen pand (€ 2.300.000 in juni 2007) bieden voldoende steun voor de waarde van de gemeente. De kapitalisatiefactor van 14 is tussen partijen niet in geschil. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem