De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet goed heeft gemotiveerd dat er in de carrousel 'ploffers' zaten. Op grond van de stukken van het geding is zonder nadere motivering niet duidelijk op welk onderdeel van het proces-verbaal van de FIOD-ECD het hof zijn oordeel heeft gebaseerd.

Belanghebbende, X bv, handelt in mobiele telefoons. Volgens haar administratie heeft X bv in 2001 telefoons geleverd aan buitenlandse afnemers binnen de EU. In haar btw-aangiften past X bv op deze leveringen steeds het nultarief toe en ter zake van de voorbelasting verzoekt X bv om teruggaaf. In september 2002 start ten aanzien van haar directeur een strafrechtelijk onderzoek wegens belastingfraude, waarvoor hij in 2005 strafrechtelijk is veroordeeld. Volgens de inspecteur heeft X bv ten onrechte het nultarief toegepast. In geschil is de btw-naheffingsaanslag. De Hoge Raad (18 maart 2016, nr. 11/01551bis, V-N 2013/17.27.9)verwijst de zaak om te onderzoeken of X bv wist of had moeten weten dat zij deelnam aan carrouselfraude. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is geweest van voorgewende transacties en dat die transacties onderdeel waren van een op listige wijze opgezette btw carrousel, met het doel op onrechtmatige wijze belastinggeld aan de schatkist te onttrekken. X bv gaat wederom in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet goed heeft gemotiveerd dat er in de carrousel 'ploffers' zaten. Op grond van de stukken van het geding is zonder nadere motivering niet duidelijk op welk onderdeel van het proces-verbaal van de FIOD-ECD het hof zijn oordeel heeft gebaseerd dat drie buitenlandse afnemers van X bv opzettelijk niet hebben voldaan aan hun verplichting om aangifte te doen van de intracommunautaire verwervingen c.q. dat deze afnemers de aldaar verschuldigde btw met opzet niet hebben voldaan. Bovendien kan aan het oordeel dat deze drie afnemers 'ploffers' waren niet het gevolg worden verbonden dat bij de andere buitenlandse afnemers sprake is geweest van btw-fraude, aangezien niet is vastgesteld dat ook deze afnemers 'ploffers' waren of dat de telefoons die aan deze afnemers zijn geleverd vervolgens zijn geleverd aan de drie eerder genoemde afnemers. Het beroep van X bv is in zoverre gegrond. Volgt verwijzing naar Hof Den Haag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 januari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen