Hof Amsterdam oordeelt dat noch X, noch de inspecteur voldoende inzicht biedt in de onttrekkingswaarde van het pand op het moment van staking van de onderneming. Het hof bepaalt de waarde daarom in goede justitie.

X is eigenaar van een pand waarin hij zijn tandartsenpraktijk drijft. Eind 2016 staakt X de onderneming. Het pand heeft in het vigerende bestemmingsplan de aanduiding ‘Gemengd-1’. Voor de bedrijfsruimte is geen woonvergunning. De inspecteur is het niet eens met de met een taxatierapport onderbouwde onttrekkingswaarde die X aangeeft in zijn aangifte IB/PVV 2016. De inspecteur onderbouwt met een eigen taxatierapport de door hem voorgestane onttrekkingswaarde.

Hof Amsterdam oordeelt dat noch X, noch de inspecteur voldoende inzicht biedt in de onttrekkingswaarde van het pand op het moment van staking van de onderneming. Beide partijen maken met hun taxaties de onttrekkingswaarde niet aannemelijk. Het hof bepaalt de waarde in goede justitie, waarbij het als vertrekpunt de met toepassing van de huurwaardekapitalisatiemethode getaxeerde waarde neemt. Met al hetgeen door partijen is aangevoerd, bepaalt het hof de onttrekkingswaarde van het pand op € 125.000. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 7 juli

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen