Hof ’s-Hertogenbosch komt niet tegemoet aan de wens van X om aan de terugwijzing van de zaak naar de inspecteur de voorwaarde te verbinden dat het bezwaar wordt behandeld door een ambtenaar van de Belastingdienst die niet eerder bij de zaak betrokken is geweest.

X maakt bezwaar tegen een aanslag IB/PVV 2011. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk, waarna X in beroep gaat. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van X gegrond en wijst de zaak terug naar de inspecteur.

Hof ’s-Hertogenbosch komt niet tegemoet aan de wens van X om aan de terugwijzing van de zaak naar de inspecteur de voorwaarde te verbinden dat het bezwaar wordt behandeld door een ambtenaar van de Belastingdienst die niet eerder bij de zaak betrokken is geweest. Partijen zijn het erover eens dat de rechtbank de zaak terecht heeft teruggewezen naar de inspecteur, maar X wenst dus een extra voorwaarde aan deze terugwijzing. Het hof merkt op dat de inspecteur bij het horen van X het voorschrift van art. 7:5 Awb moet naleven en dat overigens geen voorwaarden aan de behandeling van het bezwaar kunnen worden gesteld. X heeft geen recht op vergoeding van de werkelijke kosten van bezwaar en de werkelijke proceskosten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 7:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 7 juli

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen